Ruimtelijke Verkenning 2023: Vier scenario's voor de inrichting van Nederland in 2050
In de Ruimtelijke Verkenning 2023 heeft het PBL scenario’s ontwikkeld voor de inrichting van Nederland in 2050. In dit hoofdrapport worden vier mogelijke ruimtelijke toekomsten gepresenteerd. Dat zijn: Mondiaal Ondernemend (een toekomstscenario waarin grote bedrijven de lead hebben), Snelle Wereld (de nog verder toegenomen digitalisering doet afstanden verdwijnen), Groen Land (veel ruimte voor de natuur) en Regionaal Geworteld (burgers nemen het initiatief in hun eigen leefomgeving). Voor elk scenario zijn op basis van ruimtelijke modellering en ontwerpend onderzoek gedetailleerde kaarten van het bijbehorende Nederland van 2050 gemaakt. Deze scenariokaarten brengen in beeld welke gevolgen verschillende keuzes hebben.
Bij de Ruimtelijke Verkenning 2023 is een achtergrondstudie verschenen. In deze studie werken we de vier scenario’s en de verschillende thema’s verder uit en lichten we nader toe hoe we de scenario’s hebben gemaakt. Ook lees je meer over de belangrijkste ruimtelijke opgaven voor Nederland tot 2050, opties voor een toekomstbestendig Nederland met omgevingskwaliteit, alsmede de routes voor beleidsmakers om daar te komen.
Redeneer voor de huidige investeringsplannen terug vanuit de toekomst
Verduurzaming, de aanpak van het woningtekort en ons aanpassen aan klimaatverandering vragen om grote ruimtelijke ingrepen in Nederland. Daarom is het van belang dat het kabinet scherpere keuzes maakt dan nu gebeurt. De nieuwe woonwijken, infrastructuur voor verkeer, energie en water, bedrijventerreinen en voorzieningen waarin nu wordt geïnvesteerd gaan gemiddeld zeker vijftig tot honderd jaar mee en hebben grote invloed op de kwaliteit van de leefomgeving in de nabije en verre toekomst. Daarom is het verstandig om in de huidige investeringsplannen terug te redeneren vanuit de toekomst. De vier ontwikkelde scenario’s kunnen beleidsmakers daarbij helpen.
Investeer nu in een toekomstbestendige ruimtelijke structuur
Beleidsmakers staan voor een groot aantal keuzes. Een herinrichting vraagt om een gecoördineerde aanpak. Door een ruimtelijke structuur voor een langere periode bepalend te maken voor investeringen kunnen ontwikkelingen in landbouw en natuur elkaar gaan versterken, kan bestaande en nieuwe infrastructuur efficiënt en effectief worden benut, en kunnen investeringen in wonen en werken vlot voortgang vinden. In de scenario’s in deze Ruimtelijke Verkenning schetsen we verschillende opties voor ruimtelijke structuren, als bouwstenen voor een wenkend ruimtelijk toekomstperspectief, met bijpassende bestuurlijke arrangementen.
Op het gebied van landbouw en natuur geven de scenario’s verschillende antwoorden op de vraag in hoeverre en op welke manieren water en bodem leidend zijn voor de ruimtelijke ontwikkeling van het landelijk gebied, en op welke manieren de natuur kan worden uitgebreid.
Op het gebied van energie en circulaire economie is een antwoord nodig op de vraag of de benodigde infrastructuur sturend of volgend is. Krijgt bijvoorbeeld netwerkoptimalisatie prioriteit of moeten verbindingen de geplande woon- en werkgebieden en verspreid geplande locaties voor de opwekking van energie faciliteren?
Wat de ontwikkeling van leefbare steden en regio’s betreft, is de verdeling van de bevolkingsontwikkeling tussen regio’s en binnen regio’s bepalend voor de ruimtelijke structuur. De beelden in de scenario’s variëren van een groter accent op het westen van het land tot een grotere spreiding over het hele land, en van grotere stedelijke verdichting tot verstedelijking in lagere dichtheden buiten het bestaand bebouwd gebied
Zorg voor uitvoeringscapaciteit bij overheden op alle schaalniveaus én voor nieuwe instituties
Ruimtelijke ordening vergt een vroegtijdige betrokkenheid van alle relevante actoren: overheden, burgers, bedrijven en maatschappelijke organisaties. Dat vraagt van overheden zowel een maatschappelijke oriëntatie als voldoende uitvoeringskracht. De realisering van de grote ruimtelijke opgaven gaat namelijk in alle scenario’s de opgaven waarvoor de overheid de afgelopen decennia stond ver te boven. Als Nederland deze opgaven voortvarend ter hand wil nemen, dan zijn zowel in de publieke als in de private sector voldoende menskracht, inhoudelijke expertise, bevoegdheden en geld vereist. Wat betreft de publieke sector gaat het hierbij om alle overheidslagen.
Gezien de grote vraag naar ruimte in Nederland kiest de Rijksoverheid in de Nationale Omgevingsvisie waar mogelijk voor meervoudig ruimtegebruik. De scenario’s geven verschillende voorbeelden van functiecombinaties, zowel in stedelijk en landelijk gebied als op de Noordzee. Het combineren van functies is in het huidige Nederlandse beleid moeilijk te realiseren. Meervoudig ruimtegebruik vergt een forse verandering in de bestuurspraktijk. Om synergie tussen functies op verschillende terreinen vroegtijdig in beeld te krijgen is een betere afstemming van beleid nodig. Ontkokering van het rijksbeleid kan hierbij helpen, en in de uitvoering kan de ontschotting van financiële middelen (‘gebiedsfondsen’) decentrale overheden in staat stellen om de stap te zetten naar concrete, samenhangende plannen.